2 a-b. Voorkomen tariefstijging en OV-aanbod verbeteren (motie Bikker c.s. en motie Grinwis c.s.)
Voor het regionaal openbaar vervoer (aangestuurd door provincies en vervoerregio’s) is voor de uitvoering van de motie-Bikker c.s. en de motie-Grinwis c.s. conform het kabinetsbesluit van 17 november 2023 in totaal € 300 miljoen beschikbaar, waarvan € 141,9 miljoen voor provincies. Deze middelen worden verstrekt om (a) de voor 2024 voorziene tariefstijging te voorkomen (€ 67,4 miljoen) en (b) om het OV-aanbod op peil te houden (€ 74,5 miljoen).
a. Voorkomen tariefstijging regionaal OV-tarief
Deze middelen worden beschikbaar gesteld om de voor 2024 voorziene tariefstijging in het regionale OV structureel te voorkomen. Het is de intentie om deze middelen ook in 2025 en 2026 via een decentralisatie-uitkering ter beschikking te stellen. Daarna worden ze in beginsel onderdeel van de algemene uitkering. De basis van de verdeling wordt gevormd door de werkelijke reizigersopbrengsten per provincie in 2019. Deze opbrengsten per provincie worden met behulp van de Landelijke Tariefindex (LTI) geïndexeerd naar 2023. Dit bedrag per provincie, vermenigvuldigd met de LTI 2024 is het bedrag dat de desbetreffende provincie ontvangt. Op basis van deze verdeling ontvangt de provincie Groningen voor 2024 € 4,98 miljoen.
b. OV-aanbod verbeteren en op peil houden
Deze middelen worden beschikbaar gesteld om het openbaar vervoer op peil te houden dan wel te verbeteren. Het is de intentie om deze middelen ook in 2025 en 2026 via een decentralisatie-uitkering ter beschikking te stellen. Daarna worden ze in beginsel onderdeel van de algemene uitkering. Het bedrag wordt verdeeld conform de bestaande ‘DOVA- verdeelsleutel’. Dat wil zeggen 25% op basis van het aantal reizigers en 75% op basis van het aantal reizigerskilometers in 2017. Op basis van deze verdeling ontvangt de provincie Groningen voor 2024 € 6,63 miljoen.
c. Compensatie van de herijking studenten OV-reisproduct (motie-Krul c.s.)
Met het kabinetsbesluit van 17 november 2023 is tevens een bedrag van in totaal € 84,7 miljoen beschikbaar gesteld om het negatieve effect van de herijking van de vergoeding voor het gebruik van het studenten OV-reisproduct in 2024 tegen te gaan; dit naar aanleiding van de aangenomen motie Krul c.s.. Deze herijking had anders tot gevolg kunnen hebben dat het OV niet op peil gehouden zou kunnen worden. De verdeling van de middelen is in overleg tussen Rijk en de sector vastgesteld. Voor de verdeling van het bedrag over de provincies is gebruik gemaakt van bestaande gegevens uit onder meer de begroting 2024 van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW) over studentenaantallen en reisrechten. Met deze voorgestelde verdeling wordt bereikt dat de herijking op het niveau van de concessies teniet wordt gedaan. Iedere provincie ontvangt de middelen voor de concessies waar hij voor verantwoordelijk is. Op basis van deze verdeling ontvangt de provincie Groningen voor 2024 € 6,94 miljoen.
d. Versterking vergunningverlening maatwerkaanpak
Om voorspelbare en tijdige vergunningverlening voor de maatwerkbedrijven te bevorderen, heeft het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK) € 35 miljoen beschikbaar gesteld om de uitvoeringscapaciteit bij de zes grote omgevingsdiensten (OD/BRZO6) te versterken. Via een SPUK zijn eerder middelen (€ 3 miljoen) versterkt aan de OD NZKG. De overige middelen (€ 32,3 miljoen) worden verstrekt via een decentralisatie-uitkering. Voor 2024 is € 6,2 miljoen beschikbaar. Op basis van een inschatting van het IPO wordt er circa 25% externe inhuur verwacht. Dit heeft tot gevolg dat er een gedeelte van de voor 2024 beschikbare middelen moet worden overgemaakt naar het BTW-compensatiefonds (BCF). De afdracht naar het BCF bedraagt € 0,32 miljoen, waardoor de omvang van de decentralisatie-uitkering € 5,9 miljoen bedraagt. Op basis van een tussenevaluatie in 2024 van de betrokken provincies zal de jaarlijkse verdeling van het restant van het budget (€ 26,1 miljoen) in de periode 2025-2030 worden bepaald. Op basis van voorgaande ontvangt de provincie Groningen voor 2024 € 0,49 miljoen.
e. Uitvoeringskosten Omgevingswet
De financiële middelen vanuit het Coalitieakkoord van het kabinet-Rutte IV worden ingezet voor het bereiken van de doelen van de Omgevingswet. Met het uitkeren van deze € 1 miljoen in 2024 kunnen de ontvangende partijen in hun transitie er voor zorg dragen dat ze aangesloten, geoefend en ingeregeld zijn en voldoen aan de in de Omgevingswet gestelde eisen. Er volgt nog een stelselevaluatie, waarbij de daadwerkelijk gemaakte kosten in kaart worden gebracht. De provincies ontvangen een uitkering naar rato van de omvang van de algemene uitkering. Op basis van deze verdeling ontvangt de provincie Groningen voor 2024 € 0,07 miljoen.